Category Archives: Belastingplan

Leegwaarderatio onroerende zaken

Zowel in box 3 van de Wet IB 2001 als in de Successiewet 1956 wordt de waarde van woningen vastgesteld op de WOZ-waarde. De waarde van verhuurde woningen met huurbescherming wordt bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio. Het percentage van de leegwaarderatio hangt af van de verhouding van de jaarlijkse huurprijs tot de WOZ-waarde van de woning. De gehanteerde percentages worden geactualiseerd per 1 januari 2023.

Tijdelijke huurcontracten worden uitgesloten van de toepassing van de leegwaarderatio. De waarde wordt bij tijdelijke verhuur vastgesteld op de WOZ-waarde. Bij verhuur aan gelieerde partijen bedraagt de leegwaarderatio 100%.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2022

Tarieven vennootschapsbelasting

De vennootschapsbelasting kent twee tarieven. In de eerste schrijf geldt het lage tarief. Daarboven geldt het hoge tarief. De schijfgrens voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting wordt per 1 januari 2023 verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Tegelijk gaat het lage tarief omhoog van 15 naar 19%. Het hoge tarief, dat in 2023 geldt vanaf € 200.000, blijft 25,8%. In 2024 wordt het lage tarief in de vennootschapsbelasting geëvalueerd.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2022

Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning

De verhoogde vrijstelling voor schenkingen die betrekking hebben op de eigen woning (schenkingen EW) vervalt per 1 januari 2024. Deze vrijstelling bedraagt in 2022 € 106.671 en geldt voor schenkingen aan personen tussen de 18 en 40 jaar. Er  geldt een spreidingsmogelijkheid van drie jaar. Daardoor kan een in het eerste jaar onbenut deel van de vrijstelling in de daaropvolgende twee jaar worden benut.

Per 1 januari 2023 wordt de vrijstelling verlaagd tot het bedrag van de voor één kalenderjaar verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan hun kinderen, die niet aan bestedingsvoorwaarden zijn gebonden. Deze vrijstelling bedraagt in 2023 € 28.947. Materieel betekent dit dat de vrijstelling voor schenkingen betreffende de eigen woning in de relatie ouders-kinderen per 1 januari 2023 wordt afgeschaft.

Ook wordt voorgesteld de huidige spreidingsmogelijkheid te laten vervallen voor schenkingen EW die voor het eerst in 2023 worden gedaan. De spreidingsmogelijkheid voor schenkingen EW die in 2022 zijn gedaan wordt beperkt tot twee jaar. Dit laatste betekent dat een bij een schenking in 2022 onbenut gebleven deel van de maximumvrijstelling nog kan worden benut voor een schenking in 2023, maar niet meer voor een schenking in 2024.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2022

Nultarief zonnepanelen

De levering en installatie van zonnepanelen is op dit moment belast met 21% btw. Door een wijziging van de btw-richtlijn 2006 is het mogelijk om op de levering en installatie van zonnepanelen op en nabij woningen het verlaagde of het nultarief toe te passen. Met ingang van 1 januari 2023 geldt hiervoor het nultarief. Hoewel de btw-richtlijn toestaat om het nultarief ook toe te passen op zonnepanelen op en in de onmiddellijke nabijheid van openbare en andere gebouwen die worden gebruikt voor activiteiten van algemeen belang, wordt die mogelijkheid niet benut.

Het nultarief geldt voor leveringen, intracommunautaire verwervingen, invoer en installatie van zonnepanelen en zonnepanelen als dakbedekking, die zijn bestemd om te worden geïnstalleerd op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2022

Wetsvoorstel aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022

De staatssecretaris van Financiën heeft de Eerste Kamer gevraagd om het wetsvoorstel aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 met de grootst mogelijke spoed in behandeling te nemen. Het wetsvoorstel bevat btw-maatregelen, die vanaf 1 juli 2022 effect moeten hebben op de koopkracht van huishoudens. Daarnaast dient het wetsvoorstel ter codificatie van besluiten op het gebied van brandstofaccijnzen. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 21 juni 2022 aangenomen. Mocht een volledige behandeling van het wetsvoorstel voor de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2022 niet haalbaar zijn, dan komt de staatssecretaris met een beleidsbesluit om de btw-maatregel per 1 juli van kracht te laten worden.

Inmiddels is bekend geworden dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel op 28 juni jl. heeft aangenomen. Het wetsvoorstel is als hamerstuk, dat wil zeggen zonder hoofdelijke stemming, afgedaan.

De Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 regelt de tijdelijke toepassing van het lage btw-tarief van 9% op energie met ingang van 1 juli 2022 en een verlaging van de accijns op benzine, diesel en lpg met 21% per 1 april 2022. Daarnaast bevat de wet een uitwerking van maatregelen die het effect van de stijgende energieprijzen voor het Caribisch deel van Nederland moeten matigen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2022-0000171851 | 20-06-2022

Plannen staatssecretaris van Financiën

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer zijn plannen voor deze kabinetsperiode geschetst. De brief bevat ook een planning van fiscale wetsvoorstellen. Daaraan ontlenen wij het volgende.

In het Belastingplan 2023 worden regelingen opgenomen als het afbouwen van de vrijstelling van bpm voor bestelauto’s van ondernemers, het verbeteren van de bedrijfsopvolgingsregeling en het afschaffen van de middelingsregeling en het verlagen van de zelfstandigenaftrek. Het Belastingplan 2023 zal verder veranderingen omvatten voor het belasten van verhuurd vastgoed in box 3, een verhoging van het heffingvrije vermogen in box 3, de afschaffing van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning en een verhoging van het algemene tarief van de overdrachtsbelasting van 8 naar 9%.

De huidige inkomensafhankelijke combinatiekorting zal worden uitgefaseerd. Dat zal worden opgenomen in het Belastingplan 2023 of 2024 of in de Fiscale verzamelwet 2024. Een verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding is te verwachten in het Belastingplan 2024 of de Fiscale verzamelwet 2024.

De aangekondigde verhoging van het maximumbedrag in het wetsvoorstel excessief lenen van de eigen bv van € 500.000 naar € 700.000 wordt verwerkt in een nota van wijziging op het reeds ingediende wetsvoorstel.
De omvorming van het stelsel van belastingheffing in box 3 naar een heffing op basis van het werkelijk behaalde rendement zal in een afzonderlijk wetsvoorstel worden gegoten.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000047564 | 15-02-2022

Wetsvoorstellen Belastingplan 2022 c.s. aangenomen

De Eerste Kamer heeft de wetsvoorstellen Belastingplan 2022, Overige fiscale maatregelen 2022, implementatie belastingplichtmaatregel, tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel, verlaging verhuurderheffing en intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) aangenomen. De Eerste Kamer heeft ook gestemd over de moties die tijdens het debat over de wetsvoorstellen zijn ingediend. Een motie, waarin de regering verzocht wordt om nog deze week een voorstel naar het parlement te sturen waarin de verlenging van de eerste schijf vennootschapsbelasting per 1 januari 2022 ongedaan wordt gemaakt, is verworpen.

Aangenomen zijn moties waarin de regering gevraagd wordt om zo snel mogelijk een einde te maken aan het op basis van fictief rendement belasten van vermogen dat als spaargeld wordt aangehouden, om via de bestaande koopkrachttegemoetkoming AOW in 2022 een eenmalige uitkering van € 200 aan AOW-gerechtigden uit te betalen en om op basis van een brede samenwerking met beide Kamers, onderzoeksinstituten en externe specialisten te komen tot vereenvoudiging van het stelsel van sociale zekerheid en belastingen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-12-2021

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 aangenomen

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 als hamerstuk aangenomen. Daarbij is de PVV-fractie aantekening verleend. Dat wil zeggen dat de fractie, als er stemming zou hebben plaatsgevonden over dit wetsvoorstel, tegen zouden hebben gestemd. Het wetsvoorstel wijzigt een aantal fiscale wetten. De meeste wijzigingen zijn technisch of redactioneel van aard. Het voorstel bevat ook enkele inhoudelijke wijzigingen. De maatregelen in dit wetsvoorstel hebben geen gevolgen voor het budgettaire beeld.

Dit wetsvoorstel bevat:

  • de invoering van een inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting voor vennootschappen met landgoederen in de zin van de Natuurschoonwet;
  • een aantal wijzigingen in de Algemene douanewet;
  • een technische aanpassing in de afvalstoffenbelasting;
  • het invoeren van een nieuwe rentebepaling in de Invorderingswet;
  • het vervallen van de horizonbepaling over het bodemrecht van de Belastingdienst in de Invorderingswet;
  • het opnemen van een algemene antimisbruikmaatregel in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen; en
  • redactionele wijzigingen in de Wet op de loonbelasting en de Invorderingswet.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 35.708 | 06-12-2021

Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022 aangenomen

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022 aangenomen. De stemmingen over het wetsvoorstel tot wijziging van de fiscale regeling voor aandelenoptierechten in de loonbelasting en het wetsvoorstel tot invoering van een grondslag voor het bieden van een tegemoetkoming bij schrijnende gevallen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 zijn niet doorgegaan.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 10-11-2021

Voorstel Wet implementatie belastingplichtmaatregel aangenomen

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking aangenomen. Het wetsvoorstel is onderdeel van het Belastingplan 2022. De Kamer heeft een amendement op het wetsvoorstel aangenomen.

De Wet Vpb bevat een artikel waarin is opgenomen dat bij het bepalen van de winst vergoedingen of betalingen waarop de bronstaat de regels tegen hybride mismatches had moeten toepassen niet in aftrek komen. De open cv lijkt te voldoen aan de definitie van een hybride lichaam, zoals deze is opgenomen in de Wet Vpb. Volgens de indiener van het amendement is een samenloopbepaling nodig om te voorkomen dat het standpunt kan worden ingenomen dat de hybridemismatch-regels niet van toepassing zijn. In artikel 9, eerste lid, onderdeel e van de Wet Vpb is bepaald dat een deel van de winst aftrekbaar is, terwijl artikel 12ab, eerste lid van de Wet Vpb zegt dat bepaald inkomen in de heffing moet worden betrokken in Nederland. Zonder samenloopregeling is dit verwarrend.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 10-11-2021