Category Archives: Eindejaarsactualiteiten

Voorkom verliesverdamping

Ondernemingsverliezen in de inkomstenbelasting, die niet zijn verrekend met winsten van voorgaande jaren, kunnen worden verrekend met winsten van de negen volgende jaren. Voor ondernemingsverliezen in de vennootschapsbelasting is de termijn van verrekening beperkt tot de eerste zes jaren die volgen op het verliesjaar. Na die termijn kunnen verliezen niet meer verrekend worden en verdampen ze. Mogelijk kunt u verliesverdamping voorkomen door het realiseren van in de onderneming aanwezige stille reserves, door het vrij laten vallen van voorzieningen of door winst naar voren te halen.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Vraag middeling aan

De middelingsregeling is bedoeld om mensen tegemoet te komen die een sterk wisselend inkomen in box 1 hebben. Daardoor kunt u het ene jaar wel en het andere jaar niet in het hoogste belastingtarief vallen met als gevolg dat u in totaal meer belasting hebt betaald dan bij een gelijkmatige verdeling van de inkomens over de jaren. Met de middelingsregeling kan een vermindering van belasting worden verkregen. De inkomens over drie opeenvolgende jaren worden gemiddeld waarna de belasting per jaar over het gemiddelde inkomen wordt berekend.

Het verschil tussen de aanvankelijk berekende belasting en de herrekende belasting, verminderd met een drempelbedrag van € 545, wordt op verzoek teruggegeven.

U moet een middelingsverzoek indienen binnen drie jaar nadat de laatste aanslag over de betrokken jaren definitief is geworden. Een kalenderjaar mag maar één keer in een middeling worden betrokken. De keuze voor een middelingstijdvak kan veel verschil maken voor de hoogte van het terug te ontvangen bedrag.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Investeringsaftrek

Ondernemers hebben recht op investeringsaftrek voor investeringen in bedrijfsmiddelen. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) bedraagt voor investeringen boven € 2.300 tot een bedrag van € 57.321 28% van het investeringsbedrag. Het maximum van de KIA is € 16.051. Het bedrag van de KIA blijft tot een investeringsbedrag van € 106.150 gelijk, om daarna af te nemen met 7,56% van het meerdere. Door uw investeringen slim te plannen kunt u de KIA optimaliseren. De KIA geldt niet voor alle bedrijfsmiddelen, er zijn uitzonderingen.

Extra investeringsaftrek
In aanvulling op de KIA heeft u mogelijk recht op energie-investeringsaftrek (EIA) of op milieu-investeringsaftrek (MIA). U heeft recht op EIA voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen. De EIA bedraagt 45%.
U heeft recht op MIA voor investeringen in bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in de MIA/Vamillijst. Deze lijst wordt ieder jaar gewijzigd. Wilt u zeker zijn dat u met uw investering in aanmerking komt voor MIA dan moet u nog dit jaar investeren. De MIA varieert van 13,5 tot 36%.

Plan de verkoop van bedrijfsmiddelen
Bij de verkoop van bedrijfsmiddelen, waarvoor u eerder KIA hebt gehad, moet u een deel van het genoten voordeel terugbetalen als de verkoop plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar van aanschaf. Stel de verkoop zo mogelijk uit tot na het vijfde jaar.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Betaal hypotheekrente vooruit

Vooruitbetaalde hypotheekrente is aftrekbaar als deze betrekking heeft op de eerste zes maanden van het volgende jaar. Het kan aantrekkelijk zijn om hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2020 nog in 2019 te betalen. De betaling verlaagt uw banktegoed en daarmee de belastingheffing in box 3. Daarnaast wordt het effect van de hypotheekrenteaftrek in 2020 verkleind door de verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting. Ook als u in 2020 een lager inkomen verwacht is het voordelig om de hypotheekrente vooruit te betalen.

Aftrek geen of lage hypotheek
Als de betaalde hypotheekrente lager is dan het eigenwoningforfait heeft u recht op een aftrek. Deze aftrek voorkomt een bijtelling bij het inkomen voor huisbezitters die hun hypotheek (bijna) hebben afgelost. Met ingang van 1 januari 2019 vermindert de aftrek in een periode van 30 jaar.

Bron: Overig Thu, 14 Nov 2019 05:00:00 +0100

Bijtelling auto van de zaak

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto's die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto's van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.

Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor een elektrische auto bedraagt 4% van de catalogusprijs. Sinds 2019 is de verlaagde bijtelling voor nieuwe auto's beperkt tot de eerste € 50.000 van de catalogusprijs en geldt voor het meerdere de reguliere bijtelling van 22%. Met ingang van 2020 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's omhoog naar 8% over de eerste € 45.000. Per 1 januari 2021 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's verder omhoog naar 12% over de eerste € 40.000.

Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2019 om gedurende 60 maanden het voordeel van de lagere bijtelling te hebben. Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. Dat kan ook nog in 2020. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.

Controleer de rittenadministratie
Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden als uw werknemer kan bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé rijdt met de auto. Dat bewijs kan hij leveren met een sluitende rittenadministratie. U moet deze rittenadministratie controleren en bij de loonadministratie bewaren. Klopt de administratie niet, dan moet u bijtellen bij het loon van de werknemer. Ook bij gebruik van een verklaring geen privégebruik auto moet uw werknemer kunnen bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt.

Bron: Overig Thu, 14 Nov 2019 05:00:00 +0100

Verrekenbeding huwelijkse voorwaarden

Huwelijkse voorwaarden is de manier waarop echtgenoten afwijkingen van het wettelijke regime van de verdeling van goederen vastleggen. Huwelijkse voorwaarden bevatten vaak een vorm van periodieke verrekening van de inkomsten. In veel gevallen vervalt het recht op verrekening als er niet binnen een zekere termijn is verrekend. In de praktijk vindt periodieke verrekening tijdens het huwelijk vrijwel nooit plaats. Mocht het huwelijk stranden, dan kan het niet verrekenen ertoe leiden dat het totale vermogen wordt verdeeld alsof er een gemeenschap van goederen was. Wie dat wil voorkomen doet er goed aan voor het einde van het jaar het inkomensoverschot te verdelen.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Test

De kantonrechter kan op verzoek van de werknemer diens arbeidsovereenkomst direct of op korte termijn ontbinden als de omstandigheden daartoe aanleiding geven. Tot die omstandigheden behoort een achterstand in de loonbetaling.

De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst van een werknemer wiens werkgever hem zeven maandsalarissen schuldig was. De werkgever moest ook de wettelijke verhoging en de wettelijke rent over het achterstallige salaris betalen. Daarnaast veroordeelde de kantonrechter de werkgever tot het betalen van een transitievergoeding. Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer is voor het recht op een transitievergoeding vereist dat de werkgever zicht schuldig heeft gemaakt aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Het niet betalen van loon is daar een voorbeeld van. Aan de voorwaarde dat het dienstverband 24 maanden of langer heeft geduurd, moet uiteraard ook zijn voldaan.

testtest

Bron: Overig | jurisprudentie | 04-05-2019

Beperk de belastingheffing in box 3

Het vermogen van een natuurlijke persoon, dat niet in box 1 of in box 2 valt, valt in box 3. In box 1 valt het ondernemingsvermogen en de eigen woning, in box 2 vallen aandelen die een aanmerkelijk belang vormen. Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd.

U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.

Maak gebruik van de vrijstellingen
Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen. Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal €  57.845 (€ 115.690 voor fiscale partners).

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Vermogensoverheveling naar de (klein)kinderen

Na uw overlijden gaat uw vermogen naar uw erfgenamen. Uw erfgenamen moeten over hun aandeel in de nalatenschap erfbelasting betalen. Heeft u geen testament, dan geldt het wettelijk erfrecht. Dat komt er in veel gevallen op neer dat de echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen erven, waarbij het vruchtgebruik van de kindsdelen naar de echtgenoot gaat. De kinderen krijgen een vordering op de echtgenoot. Voor de echtgenoot geldt een hoge vrijstelling. De vrijstelling voor de kinderen is echter beperkt.

Testament?
De wettelijke regeling kan goed uitpakken, maar een goed testament kan helpen om bij overlijden belasting te besparen. Soms wordt gekozen voor het verschuiven van erfbelasting in plaats van besparen van erfbelasting. Een mogelijke reden hiervoor is dat het geld vastzit, bijvoorbeeld in een huis of in beleggingen. Het kan fiscaal gunstig zijn om ook de kleinkinderen te laten erven, bijvoorbeeld door voor hun legaten op te nemen in het testament. Een kleinkind kan van zijn grootouders een bedrag van € 20.371 belastingvrij erven. Wanneer u een testament heeft, is het goed om te laten controleren of uw testament nog actueel is en passend bij uw huidige situatie en bij uw wensen. Heeft u geen testament, overweeg dan om een testament op te laten stellen.

Gebruik de schenkingsvrijstellingen
Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen over te dragen aan uw kinderen kan de heffing van erfbelasting worden beperkt. Door schenkingen te spreiden in de tijd kunt u optimaal gebruik maken van de bestaande vrijstellingen. Schenkingen aan uw kinderen zijn vrij van schenkbelasting tot € 5.363 per kind. Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt eenmalig een verhoogde vrijstelling van € 25.731. De verhoogde vrijstelling kan verder worden verhoogd tot € 53.602 als de schenking betrekking heeft op een dure studie van het kind. Heeft uw kind voor 1 januari 2010 gebruik gemaakt van de verhoogde vrijstelling, dan is een aanvullende schenking voor studie of woning vrijgesteld tot maximaal € 27.871. Schenkingen aan kleinkinderen of aan anderen zijn vrijgesteld tot een bedrag van € 2.147.

Vrijstelling schenking eigen woning
Doet u een schenking die verband houdt met de financiering van een eigen woning van de verkrijger, dan geldt een zeer ruime vrijstelling van € 100.800. Voor het benutten van deze vrijstelling hoeft er geen familierelatie tussen schenker en verkrijger te zijn. De verkrijger moet tussen 18 en 40 jaar oud zijn. Het bedrag van € 100.800 wordt verminderd met eerder toegepaste verhoogde vrijstellingen, voor zover het gaat om schenkingen van ouders aan kinderen voor de eigen woning of de studie. In bepaalde situaties is het mogelijk om een eerdere vrijgestelde schenking voor de eigen woning aan kinderen belastingvrij aan te vullen.

Bron: Overig | persbericht | 15-11-2018

Wat doet u met de pensioenvoorziening in de bv?

De mogelijkheid om binnen de eigen bv een pensioenvoorziening op te bouwen is in 2017 afgeschaft. Tot en met 2019 heeft u de mogelijkheid om de bestaande pensioenvoorziening in eigen beheer fiscaal vriendelijk af te kopen. Dat gebeurt door eerst de pensioenaanspraak op de balans van de bv belastingvrij te verlagen van de commerciële naar de fiscale waarde. Vervolgens moet loonbelasting worden berekend over de fiscale waarde minus een korting. Deze korting bedraagt 25% in 2018 en 19,5% in 2019. Overweegt u afkoop van de voorziening, dan verdient het de voorkeur om dat nog in 2018 te doen vanwege de hogere korting. De korting wordt berekend over de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting op 31 december 2015.

Ook als de pensioenaanspraak is omgezet in een oudedagsverplichting heeft u tot en met 2019 de mogelijkheid om deze af te kopen. De kortingsregeling geldt ook bij afkoop van een oudedagsverplichting. Bij afkoop van de pensioenvoorziening in eigen beheer of van de oudedagsverplichting hoeft geen revisierente betaald te worden.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018