Category Archives: Toeslagen

Bedragen kinderbijslag 2023

Ouders en verzorgers van kinderen tot en met 17 jaar ontvangen kinderbijslag. De bedragen van de kinderbijslagbedrag zijn per 1 januari 2023 aangepast in lijn met de ontwikkeling van de consumentenprijs. De nieuwe bedragen zijn:

Leeftijd kind Bedrag per kind per kwartaal
 0 t/m 5 jaar (70%)  € 269,76
 6 t/m 11 jaar (85%)  € 327,56
 12 t/m 17 jaar (100%)  € 385,37
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | 04-12-2022

Kamermotie afschaffing toeslagen

De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen om met concrete plannen te komen om de toeslagen voor 2023 af te schaffen. De Kamer wil voor 1 mei 2023 over deze plannen geïnformeerd worden. De indieners van de motie wijzen erop dat in het coalitieakkoord de ambitie om de toeslagen af te schaffen is uitgesproken.

Bron: Tweede Kamer | overig | kst-36200-87 | 05-10-2022

Betalingsregeling voor terugbetaling toeslagen

De invordering van teveel ontvangen toeslagen heeft vanwege de coronacrisis van maart 2020 tot april 2022 stilgelegen. Sindsdien is de invordering gefaseerd opgepakt. De mogelijkheden om een betalingsregeling te treffen zijn verruimd. Voordat tot invordering wordt overgegaan stuurt de Belastingdienst Toeslagen een overzicht van de openstaande terugvorderingen. Vier weken daarna volgt een voorstel voor een betalingsregeling. Deze regeling houdt in dat het volledige bedrag  in 24 maanden wordt terugbetaald. Als dat niet haalbaar is, kan een persoonlijke betalingsregeling worden aangevraagd. Bij deze betalingsregelingen brengt de Belastingdienst Toeslagen geen rente in rekening.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 11-09-2022

Wetsvoorstel hersteloperatie toeslagen

De staatssecretaris van Financiën heeft het voorstel Wet hersteloperatie toeslagen aangeboden aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel omvat de bestaande regeling, die gedupeerden recht geeft op een eerste uitkering van € 30.000 en hulp bij de aanpak van schulden. In het wetsvoorstel zijn ook nieuwe regelingen opgenomen, zoals de kindregeling. Deze geeft kinderen van gedupeerde ouders recht op een financiële vergoeding. Het streven is om al aan een deel van de gedupeerde kinderen voor het einde van dit jaar een bedrag uit te keren.

Naar verwachting kan de uitvoering van de in het wetsvoorstel opgenomen regeling voor gedupeerden van huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget in april 2023 van start gaan.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 27-06-2022

Bedragen kinderbijslag per 1 juli 2022

De minister van SZW heeft de per 1 juli 2022 geldende bedragen voor de kinderbijslag gepubliceerd. Het basisbedrag van de kinderbijslag wordt twee keer per jaar aangepast aan de ontwikkeling van het algemene prijsniveau. Dit gebeurt per 1 januari en per 1 juli.

Per 1 juli 2022 gelden de volgende bedragen:

Leeftijd kind Bedrag per kwartaal
 jonger dan 6 jaar  € 249,31
 6 tot 12 jaar  € 302,74
 12 tot 18 jaar  € 356,16
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | Staatscourant 2022, Nr. 16361 | 22-06-2022

Uurprijzen kinderopvangtoeslag 2023

De minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën hebben een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag aan de Tweede Kamer voorgelegd. De wijzigingen bestaan uit de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen, het loslaten van de koppeling gewerkte uren en de bekostiging van de intensivering van toezicht en handhaving in de gastouderopvang. Volgens het ontwerpbesluit gelden per 1 januari 2023 de volgende maximum uurprijzen:

  1. voor dagopvang € 8,97;
  2. voor buitenschoolse opvang € 7,72; en
  3. voor gastouderopvang € 6,73.

De koppeling gewerkte uren bepaalt de verhouding tussen het aantal uren kinderopvangtoeslag waar ouders aanspraak op maken en het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder. In het coalitieakkoord is afgesproken deze koppeling te laten vervallen. Ouders hebben met ingang van 2023 recht op maximaal 230 uren kinderopvangtoeslag per maand waarin zij werken.

De intensivering van het toezicht op de gastouderopvang wordt gefinancierd uit een verlaging van de maximum uurprijs voor de gastouderopvang in 2023 met € 0,15.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | 13-06-2022

Wetsvoorstel tijdelijk niet indexeren kinderbijslag ingetrokken

Het vorige kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend om de kinderbijslag gedurende enkele jaren niet te indexeren. De opbrengst van het wetsvoorstel zou worden gebruikt voor verbetering van de dienstverlening van het UWV en de SVB. Het huidige kabinet heeft dit wetsvoorstel ingetrokken, mede in verband met de huidige hoogte van de inflatie. Dat betekent dat de kinderbijslag de komende jaren tweemaal per jaar wordt verhoogd op basis van de gemiddelde prijsontwikkeling. 

Het besluit om het wetsvoorstel in te trekken is mede tot stand gekomen op verzoek van de Eerste Kamer.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | wetsvoorstel | 02-06-2022

Wetsvoorstel geen invorderingsrente bij toeslagschulden

Bij te late terugbetaling van een toeslag wordt invorderingsrente in rekening gebracht. De staatssecretaris van Financiën heeft een wetsvoorstel ingediend waardoor geen invorderingsrente wordt berekend over toeslagschulden waarvan de invordering is opgeschort tijdens de coronacrisis.  

Vanaf maart 2020 is de invordering van belastingen en toeslagschulden opgeschort. De invorderingsrente is vanaf 23 maart 2020 verlaagd naar 0,01%. Dit geldt tot en met 30 juni 2022. Op 1 juli 2022 wordt de invorderingsrente verhoogd naar 1% en op 1 januari 2023 naar 2%.

Gezien de verschillen in de aard en oorzaak van belasting- en toeslagschulden kent de Belastingdienst/Toeslagen een andere aanpak bij de hervatting van de invorderingsactiviteiten dan de Belastingdienst. Daarin ziet het kabinet aanleiding om toeslagterugvorderingen, waarvan de invordering in verband met de coronacrisis is opgeschort, uit te zonderen van de stapsgewijze verhoging van de invorderingsrente. In dat licht wordt voorgesteld om betrokkenen de mogelijkheid te bieden om de openstaande terugvordering binnen de hernieuwde betaaltermijn van vier weken te betalen zonder berekening van invorderingsrente. De betrokkenen krijgen daarnaast de mogelijkheid van een betalingsregeling van 24 maanden zonder berekening van invorderingsrente. Als de belanghebbende niet reageert wordt nog tweemaal een aanbod gedaan met in beide gevallen een betaaltermijn van zeven dagen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2022-0000147984 | 18-05-2022

Wetsvoorstel niet-indexeren basiskinderbijslagbedrag

Bij de Eerste Kamer is een wetsvoorstel in behandeling dat als strekking heeft het niet-indexeren van het basisbedrag van de kinderbijslag over de jaren 2022, 2023 en een deel van 2024. Doordat vragen van de Eerste Kamer niet tijdig zijn beantwoord, is de behandeling van het wetsvoorstel niet afgerond en is de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 niet gehaald. De indexering van de basiskinderbijslagbedragen en het extra bedrag aan kinderbijslag heeft daarom met ingang van 1 januari 2022 conform de bestaande wet plaatsgevonden. De minister van SZW heeft de Eerste Kamer meegedeeld dat het kabinet in het voorjaar een besluit zal nemen over de voortgang van het wetsvoorstel. Op dat moment zal het kabinet een reactie op het voorlopig verslag door middel van een memorie van antwoord sturen.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2022-0000017020 | 27-02-2022

Vermogensgrenzen zorgtoeslag 2022

Het recht op zorgtoeslag is niet alleen inkomens- maar ook vermogensafhankelijk. Boven een bepaald vermogen vervalt het recht op zorgtoeslag. Bepalend is de rendementsgrondslag van box 3 van de inkomstenbelasting. De minister van VWS heeft de bedragen voor 2022 vastgesteld. Voor een alleenstaande geldt een maximale rendementsgrondslag van € 120.020. In 2021 gold een maximum van € 118.479. Voor partners geldt als maximum een gezamenlijke rendementsgrondslag van € 151.767 in 2022. In 2021 gold een maximum van € 149.819.

Bron: Overig | besluit | Staatscourant 2021, Nr. 47692 | 28-11-2021