Category Archives: Belastingplan

Algemeen btw-tarief op agrarische goederen en diensten

Voor de leveringen van bepaalde agrarische goederen geldt het verlaagde tarief van de omzetbelasting. De toepassing van het verlaagde tarief hangt samen met de destijds geldende landbouwregeling. De landbouwregeling is per 1 januari 2018 afgeschaft. Voorgesteld wordt om het verlaagde tarief op deze leveringen per 1 januari 2025 te vervangen door het algemene tarief.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023

Giftenaftrek vennootschapsbelasting

De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting is een uitzondering op de niet-aftrekbaarheid van uitgaven die worden gedaan vanuit aandeelhoudersmotieven. Dergelijke uitgaven zijn belast bij de aanmerkelijkbelanghouder. Het kabinet past de regeling voor giftenaftrek in de vennootschap aan. In de eerste plaats wordt wettelijk geregeld dat giften door een vennootschap aan een ANBI, die als een uitdeling aan de aanmerkelijkbelanghouder kunnen worden aangemerkt, niet worden aangemerkt als in box 2 te belasten voordelen en met dividendbelasting te belasten opbrengsten. In de tweede plaats vervalt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor alle lichamen. Een gift door een vennootschap aan een ANBI of een steunstichting SBBI blijft wel vrij van schenkbelasting.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023

Minimumkapitaalregel vennootschapsbelasting

De minimumkapitaalregel in de vennootschapsbelasting is een specifieke renteaftrekbeperking voor banken en verzekeraars, die is ingevoerd per 1 januari 2020. Voorgesteld wordt nu de minimumkapitaalregel zodanig aan te passen dat rentelasten op schulden aan groepslichamen onder voorwaarden niet in aftrek worden beperkt. Dit wordt gefinancierd met een verhoging van het percentage van de minimumkapitaalregel per 1 januari 2024 van 9 naar 10,6. De aftrek van rentelasten wordt beperkt voor zover het vreemd vermogen meer bedraagt dan 89,4% van het balanstotaal.

Bron: Ministerie I en W | wetsvoorstel | 18-09-2023

Aanpassing samenloopvrijstelling bij aandelentransacties

Bij de levering van nieuwe onroerende zaken is omzetbelasting verschuldigd. De verkrijging van bestaande onroerende zaken wordt in de regel bij de koper met overdrachtsbelasting. Wanneer nieuwe onroerende zaken via een aandelentransactie worden overgedragen is noch btw, noch overdrachtsbelasting verschuldigd. Voorgesteld wordt om de samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting zodanig te wijzigen dat in ieder geval overdrachtsbelasting wordt geheven bij  de verkrijging van nieuwe onroerende zaken via een aandelenbelang. Dit geldt als de nieuwe onroerende zaken voor minder dan 90% worden gebruikt voor btw-belaste prestaties. Het tarief bedraagt in die gevallen 4%.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023

Wijzigingen autobelastingen

De bpm is een belasting ter zake van de inschrijving van een auto in Nederland. De bpm voor een personenauto is opgebouwd uit een vast en een variabel deel, dat afhankelijk is van de CO2-uitstoot van de personenauto. In verband met de subsidie op de aanschaf van gebruikte elektrische auto’s wordt een verhoging van het vaste deel voorgesteld van € 200 ingaande in 2025.

Versoberen lagere mrb-tarieven kampeerauto

Het huidige kwarttarief in de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor kampeerauto’s wordt gewijzigd in een halftarief. Dat halftarief gold al voor kampeerauto’s die bedrijfsmatig worden verhuurd.

Versoberen oldtimersregeling mrb

Voertuigen van 40 jaar en ouder zijn vrijgesteld van mrb. Voor voertuigen, die nog geen 40 jaar oud zijn en een bouwjaar hebben tot 1988, geldt een overgangsregeling. Deze loopt per 1 januari 2028 af. Het kabinet stelt voor de bestaande vrijstelling per 1 januari 2028 te versoberen en alleen toe te passen op motorrijtuigen die voor 1988 zijn gebouwd.

Voertuigen met buitenlands kenteken

Voor in Nederland wonende houders van een voertuig met buitenlands kenteken geldt een strenger regime bij naheffing van mrb. Voor deze groep geldt een naheffingstermijn van maximaal vijf jaar. Deze wordt teruggebracht tot maximaal twaalf maanden. Ook wordt voorgesteld de bewijslast voor deze gevallen gelijk te stellen met de overige naheffingen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023

Belastingplan 2024

Hoewel het kabinet demissionair is en het Belastingplan dus beleidsarm, is het totale pakket aan wetsvoorstellen omvangrijker dan ooit tevoren. Het pakket Belastingplan 2024 bestaat uit niet minder dan 15 wetsvoorstellen, met een breed palet aan maatregelen op verschillende terreinen. Het eigenlijke wetsvoorstel Belastingplan 2024 omvat zoals gebruikelijk maatregelen met een budgettair effect.

Gelet op de demissionaire status van het kabinet en met de verkiezingen in aantocht is de vraag wat er van al deze plannen terecht komt. De verwachting is dat alle partijen zich zullen willen profileren en hun stempel drukken op de uiteindelijke maatregelen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023

Overige fiscale maatregelen 2024

De maatregelen in dit wetsvoorstel hebben geen gevolgen voor het budgettaire beeld. Het wetsvoorstel bevat de volgende wijzigingen:

  • reparatie lucratief belangregeling naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad;
  • voorkomen aftrekbeperking in eigenwoningregeling bij verhuisregelingen voor partners met een eigenwoningverleden;
  • reparatie ongewenste uitkomst invordering conserverende aanslag en technische aanpassing excessief lenen;
  • versterking aanpak dividendstripping voor de Belastingdienst;
  • herstel maximumbedrag aan vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR);
  • waarborgen verplichting elektronische aanvraag S&O-inhoudingsplichtigen;
  • aanpassing verwijzing naar box 2-tarief i.v.m. invoering progressief tarief box 2 per 2024;
  • met terugwerkende kracht aanpassen doorschuifregeling bij ontbinding, specifiek voor ondernemingsverliezen;
  • codificatie van een uitspraak van de Hoge Raad over het gebruik van handelskoerslijsten bij de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm);
  • codificatie van een arrest van de Hoge Raad over tariefswijzigingen;
  • verbetering van de delegatiegrondslag voor het definiëren van motorrijwielen bij de bpm en de motorrijtuigenbelasting (mrb); en
  • herstel reguliere navorderingstermijn Douane.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023

Tarieven en heffingskortingen

Het tarief in de eerste schijf van box 1 van de inkomstenbelasting wijzigt marginaal van 36,93 naar 36,97%. Dit tarief geldt tot een inkomen in box 1 van € 75.624. Het tarief in de tweede schijf blijft 49,5%. De algemene heffingskorting stijgt van € 3.070 naar € 3.374 maximaal. Vanaf een inkomen van € 24.904 daalt de algemene heffingskorting met 6,652% van het meerdere inkomen. Het afbouwpercentage is daarmee hoger dan in 2023. Ook de arbeidskorting gaat omhoog. Het maximum gaat naar € 5.553; dat is € 500 meer dan in 2023. Het afbouwpercentage voor de arbeidskorting blijft 6,51%. De inkomensafhankelijke combinatiekorting bedraagt in 2024 maximaal € 2.961. Het recht op deze heffingskorting bouwt op met het inkomen vanaf een bedrag van € 6.096 met 11,45% tot het maximum is bereikt. De jonggehandicaptenkorting ten slotte gaat van € 820 naar € 902.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 18-09-2023