Category Archives: Corona update

Kamervragen ondernemers in grensregio

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen over de gevolgen van de coronacrisis voor ondernemers in de grensregio beantwoord. De vragen hebben betrekking op ondernemers die in het ene land wonen en in het andere land hun bedrijf hebben.

Om te voorkomen dat ondernemers in grenssituaties tussen wal en schip terechtkomen kan de zelfstandige die in Nederland woont en buiten Nederland zijn bedrijf heeft hier aanspraak maken op bijstand voor levensonderhoud. De ondernemer die in het buitenland woont en in Nederland zijn bedrijf heeft, kan hier aanspraak maken op een lening voor bedrijfskapitaal.

De daartoe strekkende ministeriële regeling is op 1 mei gepubliceerd in de Staatscourant en op 8 mei 2020 in werking getreden.

De zelfstandige die in België woont en in Nederland zijn bedrijf heeft, komt in België in aanmerking voor het Leefloon. De zelfstandige die in Duitsland woont, komt in aanmerking voor het tijdelijk versoepelde Arbeitslosengeld II. De ondernemer die in Nederland woont en in België c.q. Duitsland zijn bedrijf heeft, komt in aanmerking voor een “coronalening” in Vlaanderen en het KfW-Schnellkredit in Nedersaksen of Noordrijn-Westfalen.

In het buitenland gevestigde werkgevers van in Nederland sociaalverzekerde werknemers kunnen een beroep doen op de NOW.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | publicatie | 2020-0000061847 | 20-05-2020

Nultarief btw op mondkapjes

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer gezegd dat met ingang van 25 mei het nultarief voor de omzetbelasting wordt toegepast op de binnenlandse verkoop van mondkapjes. Deze maatregel geldt tot 1 september 2020. De maatregel houdt verband met de invoering van de verplichting om vanaf 1 juni een mondkapje te dragen in het openbaar vervoer. Toepassing van het nultarief betekent dat de verkoper het recht op aftrek van voorbelasting behoudt. Het nultarief geldt zowel voor medische als voor niet-medische mondkapjes. De nadere invulling van het nultarief op mondkapjes wordt op dit moment verder uitgewerkt.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | 2020-0000088920 | 14-05-2020

Garantieregeling kleine ondernemers

De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft specifiek voor kleine ondernemers een nieuwe garantieregeling opgezet. Deze Klein Krediet Corona garantieregeling (KKC) geldt voor kredietaanvragen van € 10.000 tot € 50.000. De lening staat open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000 die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn ingeschreven in de KvK voor 1 januari 2020. De staat biedt een garantie van 95% van de leningen. De garantieregeling wordt aangeboden via de banken en via andere financiers, die geaccrediteerd zijn voor de BMKB-C. De staat heeft de rente, die financiers in rekening mogen brengen, gemaximeerd op 4% van het kredietbedrag. Daarnaast betalen ondernemers aan de staat een eenmalige premie van 2%.

De regeling wordt ter goedkeuring aangemeld bij de Europese Commissie onder het Tijdelijke Europees steunkader COVID-19. De inwerkingtreding en de uiteindelijke vormgeving van de regeling zijn afhankelijk van de goedkeuring van de Europese Commissie.

Bron: Ministerie van Economische Zaken | publicatie | DGBI / 20135074 | 14-05-2020

Betaalpauze rente en aflossing eigenwoningschuld

Sinds 1 januari 2013 geldt voor nieuwe eigenwoningschulden de eis dat de schuld gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig wordt afgelost. Volgens de wettelijke regeling moet een op 31 december 2020 opgelopen aflossingsachterstand uiterlijk op 31 december 2021 zijn ingelopen. Is dat niet het geval, dan blijft de schuld alleen een eigenwoningschuld als per 1 januari 2022 contractueel een nieuw ten minste annuïtair aflosschema wordt overeengekomen voor de resterende looptijd.

De coronacrisis vormt de aanleiding voor een alternatieve regeling om een opgelopen aflossingsachterstand in te lopen. De staatssecretaris van Financiën heeft daartoe een goedkeurend besluit gepubliceerd. Het besluit geldt onder voorwaarden ook voor al vóór de publicatie overeengekomen betaalpauzes die verband houden met de coronacrisis. Een betaalpauze kan fiscale gevolgen hebben voor het moment waarop de tijdens de betaalpauze verschuldigde, maar niet betaalde, rente in aftrek komt. Een eventuele schuld voor het inhalen van een renteachterstand valt altijd in box 3.

De alternatieve regeling geldt voor betaalpauzes die aan de volgende voorwaarden voldoen:

  1. de belastingplichtige heeft tussen 12 maart en 30 juni 2020 bij zijn geldverstrekker gemeld dat hij betalingsproblemen heeft door de coronacrisis;
  2. de betaalpauze gaat uiterlijk op 1 juli 2020 in en is schriftelijk door de geldverstrekker bevestigd; en
  3. de looptijd van de betaalpauze is maximaal zes maanden.

De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat al eerder dan per 1 januari 2022 een nieuw aflosschema wordt overeengekomen. Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:

  1. In plaats van het wettelijke toetsmoment geldt de dag waarop de betaalpauze afloopt als toetsmoment voor de aflossingsachterstand.
  2. Het nieuwe aflosschema is gebaseerd op de omvang van de schuld volgens het oude aflosschema, verhoogd met de aflossingsachterstand.
  3. Het nieuwe aflosschema heeft maximaal dezelfde resterende looptijd als de oorspronkelijke schuld.
  4. Het nieuwe aflosschema moet zo snel mogelijk na afloop van de betaalpauze ingaan, maar uiterlijk op 1 januari 2022.

Het kan gewenst zijn de resterende lening te splitsen in de resterende hoofdsom en de door de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand. De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat alleen voor de aflossingsachterstand een nieuw aflosschema wordt opgesteld. De ontstane aflossingsachterstand wordt afgelost in maximaal de resterende looptijd van de oorspronkelijke schuld. Voor het overige gelden de voorwaarden die ook aan de eerste goedkeuring zijn gesteld.

De rente op de eigenwoningschuld is aftrekbaar op het moment waarop deze is betaald, verrekend, ter beschikking is gesteld of rentedragend is geworden. Een belastingplichtige kan de tijdens de betaalpauze verschuldigde rente alleen over het jaar 2020 in aftrek brengen, als:

  • hij deze rente alsnog (na de betaalpauze) in 2020 betaalt, óf
  • deze rente in 2020 is verrekend, ter beschikking is gesteld of rentedragend is geworden.
Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2020, 26069, nr. 2020-85139 | 14-05-2020

Overeenkomst met België over thuiswerken tijdens coronacrisis

In navolging op de overeenkomst met Duitsland is nu ook met België een overeenkomst gesloten over de behandeling van grensarbeid en thuiswerken tijdens de coronacrisis.

Thuiswerkdagen

Doorbetaalde thuiswerkdagen worden aangemerkt als dagen die zijn gewerkt op de plaats waar de grensarbeider normaliter zijn dienstbetrekking uitoefent. Deze fictie geldt niet voor werkdagen die de grensarbeider, los van de coronamaatregelen, al thuiswerkend of in een derde land zou hebben doorgebracht. De fictie kan slechts worden toegepast voor zover het loon over de thuiswerkdagen wordt belast in de reguliere werkstaat.

Thuisblijven zonder te werken met doorbetaling van salaris

Dagen waarop de werknemer normaal zou hebben gewerkt maar nu thuisblijft zonder te werken met doorbetaling van salaris gelden als gewerkte dagen.

Thuisblijven zonder te werken met recht op een Belgische tijdelijke werkloosheidsuitkering

Inwoners van Nederland die in België werken en door de coronamaatregelen niet kunnen werken, hebben onder voorwaarden recht op een Belgische tijdelijke werkloosheidsuitkering. Dergelijke uitkeringen worden, als de dienstbetrekking in stand blijft, belast in België.

De overeenkomst is van toepassing tot 31 mei 2020 en kan daarna steeds met een maand worden verlengd.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2020 nr. 25956 | 14-05-2020

Afwegingskader bedrijfsspecifieke overheidssteun

In deze bijzondere tijden kan het nodig zijn om buiten de bestaande generieke steunmaatregelen bedrijfsspecifieke steun te verlenen. De ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën hebben het afwegingskader voor bedrijfsspecifieke steun aan de Tweede Kamer voorgelegd. De ministers zijn van mening dat het rijk in uitzonderlijke gevallen moet bijspringen om bedrijven overeind te houden. Het gaat om gevallen waarin het publieke belang de directe ondernemingsbelangen overstijgt. Omdat er geen standaardrecept bestaat voor alle uitzonderlijke gevallen kunnen aan het afwegingskader geen verwachtingen, aanspraken of rechten door derden worden ontleend.

Volgens de ministers gelden voor het verlenen van steun aan een individueel bedrijf buiten de algemene regelingen strenge criteria. Het bedrijf moet in de kern gezond zijn en van strategisch economisch of maatschappelijk belang zijn. Het belang van steun aan een individuele onderneming zal worden afgewogen tegen de risico’s en kosten voor de overheid en het belang van de samenleving. Directe belanghebbenden bij het bedrijf moeten zoveel mogelijk bijdragen aan de oplossing van de problemen. Belanghebbenden zijn eigen- en vreemdvermogensverschaffers, leveranciers, (top)management en verhuurders.

Vervolgens zal worden beoordeeld of sprake is van een liquiditeits- of solvabiliteitsprobleem. Bij de keuze voor een oplossingsrichting telt het potentieel voor de overheid om mee te delen in de voordelen van toekomstig herstel mee. Overheidssteun aan individuele bedrijven is altijd tijdelijk van aard.

Overheidssteun betekent in de regel dat het bedrijf geen dividenden mag uitkeren, geen bonussen mag betalen, geen eigen aandelen inkoopt en geen ruime ontslagvergoedingen betaalt aan leden van de Raad van Bestuur. Bovendien wordt van bedrijven expliciet verwacht dat zij zich houden aan het in Nederland gangbare Rijnlandse model, waarin langetermijnwaardecreatie centraal staat en de belangen van betrokkenen bij de onderneming worden meegewogen. Indien nodig kunnen aanvullende voorwaarden gesteld worden.

Bron: Ministerie van Economische Zaken | publicatie | CE-AEP / 20119930 | 07-05-2020

Overzicht beroep op coronamaatregelen

De minister en de staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid hebben in een brief aan de Tweede Kamer een overzicht gegeven van het beroep op de coronamaatregelen NOW en Tozo.

Tot en met 30 april zijn er ongeveer 114.000 aanvragen voor de NOW ingediend. Er zijn ongeveer 104.000 aanvragen goedgekeurd en ongeveer 6.700 aanvragen afgewezen omdat deze niet aan de voorwaarden voldeden. Het totaalbedrag van de aangevraagde subsidie komt uit op € 7,2 miljard voor een periode van drie maanden.

Het aantal aanvragen voor de Tozo wordt geschat op ongeveer 343.000. Dit zijn aanvragen voor ondersteuning in levensonderhoud of voor een lening voor bedrijfskapitaal. Het overgrote deel van de aanvragen (ca. 91,5%) betreft een aanvraag voor inkomensondersteuning. Op dit moment zijn niet van alle gemeenten gegevens voorhanden. Binnenkort zal het CBS registratiecijfers over het gebruik van de Tozo publiceren. Dat moet leiden tot een nauwkeuriger beeld.

De ontwikkeling op de arbeidsmarkt is zorgelijk. Het aantal werkenden is afgenomen. Het aantal WW-uitkeringen stijgt, met name in de sectoren ‘horeca en catering’ (+224%), ‘uitzendbedrijven’ (+143%) en ‘cultuur’ (+94%). In absolute aantallen is de stijging beperkt. Het aantal WW-uitkeringen in de sectoren ‘landbouw, groenvoorziening, visserij’, ‘onderwijs’, ‘bouw’ en ‘overig’ is gedaald. De gemeenten geven aan dat ook de instroom in de bijstand is toegenomen. Een deel van de werknemers komt niet in aanmerking voor WW en zal doorstromen naar de bijstand. Er zijn nog geen exacte gegevens bekend over de omvang van de toename.

De beide bewindslieden willen de Tweede Kamer maandelijks informeren over het beroep op en het gebruik van de NOW en de Tozo.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | publicatie | 2020-0000061835 | 07-05-2020

Aanpassingen in regeling NOW

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) op enkele plaatsen gewijzigd.

Het betreft de regeling voor concerns met minder dan 20% omzetverlies, de instemming met openbaarmaking van bepaalde gegevens, de eis dat een binnenlands bankrekeningnummer moet worden opgegeven en het schrappen van de verplichte melding van een loonkostensubsidie.

Bij concerns met minder dan 20% omzetverlies kunnen individuele werkmaatschappijen subsidie voor hun loonkosten aanvragen op basis van hun eigen omzetdaling. Hieraan zijn extra voorwaarden verbonden. De extra voorwaarde dat er geen personeels-bv binnen het concern mag zijn is gewijzigd. Er mag wel een personeels-bv zijn voor bijvoorbeeld het management, maar deze bv is uitgesloten van de NOW. Andere werkmaatschappijen binnen het concern kunnen de NOW aanvragen mits zij aan de voorwaarden voldoen.

Door het indienen van een NOW-aanvraag stemt de aanvrager in met het eventueel openbaar maken van informatie die hij verstrekt heeft aan het UWV. Deze automatische instemming heeft alleen betrekking op gegevens die voor transparantie over de besteding van publieke middelen van belang zijn. Bedrijfsgevoelige informatie wordt niet prijsgegeven.

De NOW kende als voorwaarde dat een werkgever met een buitenlands bankrekeningnummer binnen vier weken de aanvraag diende aan te vullen met een Nederlands bankrekeningnummer. Deze eis is vervallen omdat is gebleken dat het vrijwel onmogelijk is om aan deze termijn te voldoen.

Al eerder heeft de minister gemeld dat dubbele financiering van loonkosten voor mensen met een arbeidsbeperking onder de huidige bijzondere omstandigheden geaccepteerd wordt. Verrekening van de subsidie op grond van de NOW met de loonkostensubsidie is niet of moeilijk uitvoerbaar.

De minister heeft eerder al aangekondigd dat zal worden verduidelijkt onder welke grens geen accountantsverklaring zal worden gevraagd. Die duidelijkheid is er nog niet. De regeling zal op dit punt zo spoedig mogelijk worden aangepast.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | besluit | 2020-0000059207 | 07-05-2020

Steunmaatregelen sportverenigingen

Het kabinet heeft drie specifieke steunmaatregelen genomen voor de sportsector. Het gaat om de volgende maatregelen:

  • kwijtschelding van huur;
  • stimuleringsregeling voor kleine verenigingen;
  • uitbreiding van het Waarborgfonds Sport.

Kwijtschelding huur

In overleg met de gemeenten is besloten dat sportverenigingen de huur over de periode van 15 maart tot en met 15 juni niet hoeven te betalen aan de gemeente.

Stimuleringsregeling voor kleine verenigingen

Sportverenigingen met een accommodatie in eigendom hebben te maken met de vaste lasten daarvan. Veel van deze verenigingen zijn te klein om in aanmerking te komen voor de rijksbrede regelingen. Voor deze groep is een bijdrage van € 2.500 per vereniging beschikbaar.

Uitbreiding Waarborgfonds Sport

De Stichting Waarborgfonds Sport verleent borgstellingen aan banken voor leningen aan  amateursportverenigingen. Het kabinet heeft hiervoor een aanvullend bedrag van € 10 miljoen beschikbaar gesteld aan het Waarborgfonds.

 

Bron: Overig | publicatie | 1681229-204711-S | 07-05-2020

Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid

De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid is met terugwerkende kracht tot en met 16 maart 2020 in werking getreden. De wet maakt mogelijk dat algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen kunnen worden ingevoerd zonder acht te slaan op de wettelijk voorgeschreven adviezen of overleggen over het ontwerp van de regelingen. De wet vervalt op 1 september, tenzij wordt besloten tot verlenging. Dat is mogelijk per twee maanden.

De wet maakt mogelijk dat vergaderingen van rechtspersonen niet via fysieke aanwezigheid maar via videobellen kunnen worden gehouden.

Notarissen mogen, indien partijen bij een akte niet in persoon aanwezig kunnen zijn en voor het verlijden van de akte een onderhandse volmacht niet volstaat, de akte verlijden met gebruikmaking van tweezijdige audiovisuele communicatiemiddelen. De notaris maakt daarvan melding in de akte.

Bron: Overig | wetsvoorstel | Staatsblad 2020, 124 en 126 | 07-05-2020